Stralingsbescherming in Nederland op orde; wel aandachtspunten voor veiligheid in de toekomst

In Nederland kun je erop vertrouwen dat je niet onnodig wordt blootgesteld aan ioniserende straling. Bedrijven en organisaties die met straling werken of straling veroorzaken, gaan daar over het algemeen goed mee om. De overheid stelt regels, en beoordeelt en controleert of bedrijven en organisaties zich aan die regels houden. Wel zijn er punten die aandacht nodig hebben, om ook te zorgen dat we in de toekomst goed beschermd blijven tegen ioniserende straling. Dit blijkt uit de Staat van de Stralingsbescherming 2022.

cover rapport Staat van de Stralingsbescherming 2022
Beeld: ©ANVS

Samenwerking toezichthouders

Voor de Staat van de Stralingsbescherming 2022 hebben meerdere overheidstoezichthouders samen voor de eerste keer kritisch gekeken naar het hele systeem van de stralingsbescherming in Nederland. Het gaat om de Douane, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de Inspectie Militaire Gezondheidszorg, de Nederlandse Arbeidsinspectie en het Staatstoezicht op de Mijnen. Het RIVM heeft bijgedragen vanuit milieumonitoring op straling en radioactiviteit. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming heeft de publicatie als initiatiefnemer en toezichthouder geschreven.

Centraal in deze publicatie staat of bedrijven en organisaties hun werknemers en de bevolking voldoende beschermen tegen ioniserende straling. In meerdere sectoren is stralingsbescherming van belang. Bijvoorbeeld in de medische sector, zoals in ziekenhuizen en bij tandartsen, maar ook in verschillende industriële sectoren waar gebruik van ioniserende straling voordelen biedt, of waar deze straling een gevolg is van bedrijfsprocessen.

Ioniserende straling en gezondheidsrisico’s

Ioniserende straling heeft unieke eigenschappen, die het bijvoorbeeld mogelijk maken om ergens doorheen of in te kijken, zonder het open te maken. Bijvoorbeeld bagagescanners of een röntgentoestel bij de tandarts. Maar deze straling kent ook gezondheidsrisico’s. Het gaat om straling met veel energie, zoals röntgenstraling of gammastraling afkomstig van radioactief materiaal. Straling met minder energie, zoals 5G, wifi en elektromagnetische velden, valt niet binnen de reikwijdte van deze publicatie.

Blijf aandacht houden voor de risico’s

De bedrijven en organisaties die met ioniserende straling werken of deze veroorzaken, zijn zelf verantwoordelijk voor stralingsbescherming in de praktijk. De toezichthouders en vergunningverleners zien dat in de meeste gevallen deze verantwoordelijkheid goed wordt ingevuld.

In sommige gevallen blijkt echter de organisatie van de stralingsbescherming en de aandacht en tijd die hierin wordt gestoken, te wensen overlaat. Dit is bijvoorbeeld terug te zien in administratieve fouten. Het leidt niet tot veel incidenten of onnodige stralingsblootstelling, maar bedrijven en organisaties moeten wel aandacht houden voor hun verantwoordelijkheden. Ze moeten blijven zorgen voor het inrichten, onderhouden en verder verbeteren van een deskundige en adequate stralingsbeschermingsorganisatie. En ze moeten zorgen dat er passende stralingsbeschermingsmaatregelen zijn. Zo kunnen bedrijven en organisaties incidenten zoveel mogelijk voorkomen, en kan onnodige blootstelling van mens en milieu verder worden beperkt.

Aanbevelingen voor overheden

Naast deze algemene aandachtspunten voor bedrijven en organisaties, zijn er aanbevelingen gericht op de overheidsorganisaties die betrokken zijn bij het toezicht op de stralingsbescherming . Zij maken de regels voor stralingsbescherming, zorgen voor de randvoorwaarden en geven toestemming. Daarbij hebben de toezichthouders die controleren op het veilig en deskundig gebruik van ioniserende straling, met elkaar ook kritisch gekeken naar hun eigen rol. De aanbevelingen zijn daarom voor een deel gericht op de betrokken toezichtsorganisaties, inclusief de ANVS.

Een greep uit de aanbevelingen:

Werk aan een duurzaam, divers en toekomstbestendig opleidingsstelsel

De gezamenlijke toezichthouders zien dat deskundigheid en expertise onder druk staan. Het opleidingsaanbod tot stralingsbeschermingsdeskundige is nog voldoende, maar het aantal opleidingen neemt al jaren af. Als deze ontwikkeling zich doorzet, kan dit op termijn leiden tot te beperkte opleidingsmogelijkheden. Het is aan de betrokken ministeries en kennisorganisaties om te werken aan een duurzaam, divers en toekomstbestendig opleidingsstelsel. Op dit punt lopen al initiatieven. Het is belangrijk om hiermee door te gaan.

Formuleer criteria voor omvang van inzet stralingsbeschermingsdeskundigen

In sommige sectoren zien de toezichthouders dat stralingsbeschermingsdeskundigen niet altijd genoeg tijd hebben om hun werk goed te doen. Concretere criteria voor de omvang van de inzet kunnen bedrijven en organisaties helpen die verantwoordelijkheid beter in te vullen. Ook kunnen deze criteria vergunningverleners en toezichthouders helpen om die invulling eenduidig te beoordelen.

Bouw de gezamenlijke toezichtsprogramma’s met andere toezichthouders verder uit

Goed toezicht draagt eraan bij dat de ondernemers zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden. Bij stralingsbescherming zijn meerdere toezichthouders betrokken en goede samenwerking biedt daarin meerwaarde. Uit de Staat blijkt dat ze elkaar weten te vinden als er iets mis is gegaan. Bij gepland toezicht kan de samenwerking beter door bijvoorbeeld de toezichtsplannen vooraf met elkaar te delen en af te stemmen. Daarom is de aanbeveling om de gezamenlijke toezichtsprogramma’s met andere toezichthouders verder uit te bouwen. Werk aan een gezamenlijk risicogericht inspectiebeeld om doelmatig toezicht te verhogen en om de samenwerkingsafspraken verder in te vullen. Let hierbij extra op risicovolle toepassingen en buitenlandse bedrijven die in Nederland actief zijn.

Hoe pakt de ANVS dit op?

Ook de ANVS gaat aan de slag met de aanbevelingen. Dat doen we samen met collega-toezichthouders, verantwoordelijke ministeries en de beroeps- en brancheverenigingen. We nemen daarin een initiërende en coördinerende rol en we zorgen voor het verbinden van de verschillende partijen in het werkveld.

We gaan onder andere met de volgende punten aan de slag:

Bedrijven aanspreken om voldoende deskundigheid in hun organisatie in te richten

De aanbeveling rond deskundigheid vinden we belangrijk. Zo is het versterken van de kennisinfrastructuur een speerpunt in het Koersdocument van de ANVS. In ons toezicht spreken we bedrijven er streng op aan als ze de deskundigheid in hun organisatie niet voldoende hebben ingericht. Op die manier bevorderen we de vraag naar opleidingen. Ook leveren we daarmee een bijdrage aan een duurzaam, divers en toekomstbestendig opleidingsstelsel.

Uitwerken van criteria voor de omvang van de inzet van stralingsbeschermingsdeskundigen

De aanbeveling over criteria voor de omvang van de inzet van stralingsbeschermingsdeskundigen vraagt om een zorgvuldige uitwerking. Hierbij betrekken we de verantwoordelijke ministeries en de beroeps- en brancheverenigingen.

Verbreden en verdiepen van samenwerking tussen de verschillende toezichthouders

De samenwerking tussen de verschillende toezichthouders gaan we verder verbreden en verdiepen. Zo zijn er samenwerkingsafspraken met de Nederlandse Arbeidsinspectie en het Staatstoezicht op de Mijnen. Een uitwerking van samenwerkingsafspraken met Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit staat voor 2023 op de planning. Verschillende toezichthouders zijn in 2022 al gestart met delen van elkaars beelden over de risico’s die zij zien en hun voorgenomen toezichtsplannen; hier gaan wij ook mee door.

Deze Staat vormt de tweede editie van een reeks. In 2020 publiceerde de ANVS de eerste Staat van de Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming. Daarin lag de focus op de nucleaire installaties in Nederland, zoals de kerncentrale in Borssele en de Hoge Flux Reactor in Petten.

Meer informatie over blootstelling en gezondheidsrisico’s van ioniserende straling is te vinden op de website van het RIVM.