Industriële radiografie

Niet-destructief onderzoek (NDO) met industriële radiografie

Met niet-destructief onderzoek (NDO) wordt de kwaliteit van objecten onderzocht zonder deze te beschadigen. Dit is vooral belangrijk, wanneer de gevolgen groot zijn als het object stuk gaat. Denk aan pijpleidingen, machineonderdelen en drukvaten voor vloeistoffen en gassen. Industriële radiografie, waarbij er een röntgenfoto van het object wordt gemaakt, is één van de manieren van NDO. Hierbij wordt ioniserende straling gebruikt. Dit moet uiteraard veilig gebeuren. Bedrijven die industriële radiografie uitvoeren, hebben daarom een vergunning nodig van de ANVS. Ook houdt de ANVS hierop toezicht.

Niet-destructief onderzoek gebeurt dus met verschillende technieken, bijvoorbeeld met magnetisme, ultrageluid of door het maken van röntgenfoto’s. Veel objecten worden al bij de productie in de fabriek onderzocht, maar dit soort onderzoek gebeurt ook in het veld tijdens de bouw of tijdens het gebruik. Denk aan het regelmatig controleren van een gasleiding op eventuele scheurtjes of roest. Ook de kerncentrale in Borssele wordt regelmatig gecontroleerd via NDO. Het is een van de belangrijke technieken bij het onderhoud van allerlei onderdelen van de installatie. 

Welke stralingsbronnen gebruiken bedrijven bij industriële radiografie?

Bij industriële radiografie worden voornamelijk de volgende twee soorten straling toegepast:

  • Röntgenstraling: 
    Dat is straling afkomstig van een röntgentoestel. Deze toestellen zijn vaak draagbaar en bestaan uit een röntgenbuis, bedieningspaneel en kabels. Röntgentoestellen geven geen straling als ze uitstaan. Staan ze aan dan geven deze specifieke toestellen voor de industrie echter zeer sterke straling. Het is niet te vergelijken met een röntgenfoto bij de tandarts. Daar is de straling heel zwak en in een flits weer weg. Hier duurt het onderzoek langer en is de straling sterk.
Industriële radiografie - röntgenstraling
  • Gammastraling: 
    Dat is straling afkomstig van een radioactieve bron. De radioactieve bronnen zijn klein, vaak maar een paar millimeter. De activiteit van deze radioactieve bronnen is vaak zo hoog dat ze vallen in de categorie ‘hoogactieve bronnen’. Deze bronnen stralen altijd in tegenstelling tot een röntgenapparaat. Hiervoor gelden dan ook extra veiligheidseisen. Zo zit de radioactiviteit verpakt in een kleine pil (capsule) die tegen brand, schudden en zware klappen kan. Daarnaast zit het ook nog in een dichte slang en broncontainer, waardoor de radioactiviteit niet op of in een object of de plek achterblijft. Daarnaast wordt verarmd uranium (een splijtstof) gebruikt om de straling van de radioactieve bronnen af te schermen. Dit verarmd uranium zit in de containers waarin de radioactieve bronnen worden opgeslagen.
Industriële radiografie - gammastraling

Voor het uitvoeren van industriële radiografie met gammastraling hebben bedrijven een grote keuze aan stralingsbronnen, apparatuur en hulpmiddelen zoals elektriciteitskabels en een bedieningspaneel. De hoogactieve bronnen worden altijd opgeslagen in speciale bergplaatsen. Veilige en beveiligde opslag van dit soort radioactieve bronnen is belangrijk om misbruik, sabotage of diefstal tegen te gaan. Ook deskundig gebruik is nodig voor de veiligheid van mens en milieu.

Afschermen van straling geeft meer veiligheid

Wanneer het mogelijk is, moet industriële radiografie worden uitgevoerd in speciaal daarvoor ontwikkelde ruimte of in veiligheidskasten. Dit zorgt ervoor dat de straling voldoende wordt afgeschermd. Mensen en het milieu zijn hierdoor veilig. Bij onderzoek in het veld is er niet zo’n ruimte. In dat geval wordt het onderzoeksgebied afgezet voor de veiligheid voor mens en omgeving.

Transport en opslag

Radioactieve bronnen moeten ook veilig worden meegenomen en dus goed verpakt zijn. Voor de voertuigen gelden aanvullende eisen en extra veiligheidsmiddelen. Chauffeurs hebben voor dit vervoer een opleiding gevolgd. Voor het transport van hoogactieve bronnen is een vergunning van de ANVS nodig. Een bedrijf dat bronnen vervoert met een lagere radioactiviteit en verpakkingen met een afscherming van uranium moet (jaarlijks) een kennisgeving bij ons doen.  Voor het vervoer van röntgentoestellen is dat niet nodig. Als de stekker van dit apparaat er niet in zit, kan er niets gebeuren. 

Radioactieve bronnen moeten na gebruik worden opgeslagen in speciale bergplaatsen. Ook hier is een vergunning voor nodig. Veilige en beveiligde opslag van dit soort radioactieve bronnen is belangrijk om misbruik, sabotage of diefstal tegen te gaan. Alle regels rondom transport, opslag en gebruik zijn er om mensen, dieren en omgeving tegen straling te beschermen. Voor de opslag van röntgentoestellen is ook een vergunning nodig. Omdat röntgentoestellen geen straling uitzenden als ze uitstaan, zijn er alleen regels om misbruik en diefstal tegen te gaan.

Vergunning en toezicht door de ANVS

Voor industriële radiografie moet een bedrijf altijd een vergunning van de ANVS hebben. Dit staat in het ‘Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming’. Aanvullende regels en beoordelingen, die onder andere zijn vastgelegd in de vergunning, helpen de veiligheid. Ook voert de ANVS waar nodig inspecties uit. Zo controleren wij of bedrijven zich aan de regels houden. Naast de ANVS wordt ook door andere toezichthouders gecontroleerd, bijvoorbeeld ten aanzien van het beschermen van werknemers.