Ioniserende straling: controle

De overheid wil niet dat mensen onnodig in aanraking komen met ioniserende straling. Daarom meet de overheid de hoeveelheid straling en radioactieve stoffen in de lucht, in drinkwater, voeding en voedsel. Inspectiediensten controleren onder meer of werknemers en de bevolking in de omgeving van bedrijven die met straling werken, niet te veel in aanraking komen met straling. Daar zijn internationaal normen voor afgesproken.

Beoordeling handelingen met straling

De overheid stelt in normale omstandigheden drie vragen om te beoordelen of de hoeveelheid straling bij een bepaalde handeling toegestaan is. Deze vragen zijn:

  • Heeft de straling meer voordelen dan nadelen?
  • Is de hoeveelheid straling zo klein mogelijk en neemt de gebruiker alle benodigde veiligheidsmaatregelen?
  • Worden wettelijk vastgestelde limieten niet overschreden?

Limiet aan hoeveelheid straling

Per jaar mogen mensen niet meer dan aan een bepaalde hoeveelheid straling van kunstmatige bronnen worden blootgesteld. Dit uitgangspunt staat in de Kernenergiewet en het Besluit stralingsbescherming.

Er geldt een wettelijke limiet voor mensen die in hun werk te maken krijgen met ioniserende straling, bijvoorbeeld werknemers van kerncentrales of ziekenhuizen en werknemers die met meetapparatuur met stralingsbronnen werken. Die limiet ligt hoger dan voor de rest van de bevolking die alleen onbedoeld met straling te maken zou kunnen krijgen. Daar tegenover staat een nauwlettende controle op de ontvangen stralingsdosis en de mogelijke gevolgen daarvan. Zo krijgen werknemers die bloot kunnen staan aan een stralingsdosis hoger dan 6 millisievert per jaar een aanvangskeuring en worden ze periodiek onderzocht door een stralingsarts.

De in Nederland geldende jaardosislimieten zijn gebaseerd op aanbevelingen van de Internationale Commissie voor Stralingsbescherming en richtlijnen van Euratom en zijn vastgelegd in het Besluit stralingsbescherming. Dit besluit wordt in 2018 in Nederland geïmplementeerd.

Voor blootstelling van patiënten tijdens medisch onderzoek en behandeling zijn alleen  referentiewaarden opgesteld, geen dosislimieten. Straling wordt daar bewust toegepast voor diagnose en behandeling, waar de patiënt baat bij heeft. De afweging van wat wel of niet een acceptabele stralingsdosis is, is zodoende heel anders dan bij blootstellingen van werknemers of de bevolking.

Vergunningen voor bedrijven die werken met stralingbronnen

Bedrijven hebben een vergunning van de ANVS nodig om met stralingsbronnen te werken of ze moeten dat bij de ANVS melden, afhankelijk van de sterkte van de bron. Dat geldt ook voor transport van radioactief materiaal. Elk jaar worden ongeveer 400 aanvragen ingediend voor nieuwe vergunningen en zo’n 1500 meldingen gedaan.

Controle op straling

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft door heel Nederland meetpalen staan die radioactiviteit meten. Deze palen meten continu de lucht. Bij verhoogde radioactieve straling wordt alarm geslagen.

De ANVS houdt toezicht op de toepassingen van ioniserende straling om te voorkomen dat onnodig straling vrijkomt en mensen worden blootgesteld, zowel binnen als buiten de instelling waar de straling wordt toegepast.

De Inspectie Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid houdt toezicht op de bescherming van werknemers tegen blootstelling aan ioniserende straling.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg bevordert de volksgezondheid door handhaving van de kwaliteit van zorg, preventie en medische producten.