IAEA-missie bij Hoger Onderwijs Reactor in Delft

Op verzoek van de ANVS voerde het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA) van 7 tot 14 september 2021 een missie uit van het geïntegreerde veiligheidsonderzoek naar researchreactoren (INSARR) bij de Hoger Onderwijs Reactor (HOR). Hierbij publiceert de ANVS de eindversie van het rapport van het IAEA over deze missie. 

De HOR is een onderzoeksreactor van het Reactor Instituut van de TU Delft (RID), die gebruikt wordt voor wetenschappelijk onderzoek. De uitgevoerde missie is een INSARR-missie: Integrated Safety Assessment of Research Reactors. Het doel van de missie was een integrale objectieve toetsing van de veiligheid van de onderzoeksreactor. Zulke toetsing vindt plaats aan de hand van de veiligheidsstandaarden van het IAEA en heeft als doel aanbevelingen te geven waarmee de veiligheid verder verbeterd kan worden.

Bevindingen

Het IAEA-team constateerde een open en transparante houding en toewijding aan het continu verbeteren van de veiligheid bij de HOR staf. Specifiek werd geconcludeerd dat RID de veiligheid voorop heeft gesteld tijdens de recente ingrijpende renovatie en modernisering van de systemen en componenten van de reactor. Het team zag ook dat alle maatregelen zijn voltooid die voortkwamen uit de zelf-evaluatie (de zogeheten stresstest) na de Fukushima ramp. 

Daarnaast springt de effectiviteit van de interactie tussen ANVS en RID in het oog: doordat de ANVS tijdig op de hoogte wordt gesteld van lopende veiligheidsontwikkelingen is er voldoende ruimte om maatregelen te identificeren die het continu verbeteren van de veiligheid mogelijk maken in lijn met de geldende eisen. Het IAEA-team moedigt het voortzetten van deze interactie aan.

Uiteraard ziet het team ook ruimte voor verdere verbetering. Daarvoor zijn een aantal aandachtspunten gedefinieerd. Deze betreffen onder andere het versterken van de organisatiestructuur door het verduidelijken van rollen en verantwoordelijkheden; het verhogen van de effectiviteit van de reactorveiligheidscommissie; het verbeteren van het trainingsprogramma voor de heropstart na een lange stop; en het verbeteren van het verouderingsbeheer door te kijken naar in ongebruik geraakte systemen en componenten. 

Opvolging

Momenteel loopt ook de verplichte tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie (10EVA) van de HOR. In het plan voor deze evaluatie is tussen ANVS en RID overeengekomen dat alle aanbevelingen die voortkomen uit de INSARR-missie integraal worden meegenomen in het eindrapport van de 10EVA. In dat rapport van RID, dat goedgekeurd wordt door de ANVS, worden deze aanbevelingen samen met de bevindingen uit de 10EVA zelf afgewogen in een kosten-batenanalyse. Als uitkomst hiervan volgt een set aan verbetermaatregelen, waarvan de uitvoering wordt vastgelegd in een implementatieplan. 

De ANVS beoordeelt deze documenten en oordeelt daarmee of het RID met de voorgestelde set aan maatregelen voldoende ambitie toont om te voldoen aan hun wettelijke verplichting tot het voortduren verbeteren van de veiligheid van de HOR. Daarnaast houdt het ANVS-toezicht op de uitvoering van de maatregelen, en controleert of alle maatregelen in het implementatieplan uitgevoerd worden binnen de gestelde termijnen. 

Een aantal aanbevelingen die op basis van de INSARR-missie door het IAEA zijn gedaan betrof zaken die reeds voor de heropstart van de reactor aandacht vereisten, waaronder extra opleiding en her-kwalificatie van de operationele medewerkers na de lange stilstand van de reactor. Daarom is er vanuit de ANVS extra aandacht besteed aan het toezicht op de invulling hiervan. Dit is gedaan door het beoordelen van een plan voor extra opleiding en her-kwalificatie van de RID-medewerkers, waarop ook inspecties zijn uitgevoerd.

In 2023 zal ook het IAEA in een vervolgmissie de invulling van de aanbevelingen evalueren.

Kernreactor van onderzoeksreactor te Delft