In het overzicht ongewone gebeurtenissen Kerncentrale Dodewaard geeft de ANVS een overzicht van de meldingen die de vergunninghouder heeft gedaan bij de ANVS. Dit zijn meldingen van zogenoemde ongewone gebeurtenissen: iets wat afwijkt van de normale bedrijfsprocessen, zoals het afschakelen van een installatie vanwege een stroomonderbreking.
Snel informatie verstrekken
De ANVS ontvangt ook meldingen van nucleaire bedrijven over ongewone gebeurtenissen waar u niets van merkt. Bijvoorbeeld een lekkage waarbij radioactief verontreinigd koelwater in de bodem terecht komt. Het spreekt voor zich dat als ze gevolgen hebben voor de omgeving of voor de veiligheid van de nucleaire installatie, de ANVS daar snel informatie over verstrekt.
Publicatie na onderzoek
Bij het merendeel van de niet merkbare ongewone gebeurtenissen is er geen sprake van gevolgen voor de nucleaire veiligheid of omgeving. Over dergelijke gebeurtenissen bericht de ANVS ook op deze site, nadat het onderzoek door het bedrijf is afgerond en de maatregelen om het probleem te verhelpen en in de toekomst te voorkomen, zijn uitgevoerd.
Kerncentrale Dodewaard definitief uit bedrijf
De kerncentrale Dodewaard is op 26 maart 1997 definitief uit bedrijf genomen. De splijtstof is uit de reactor verwijderd en afgevoerd. Overbodig geworden systemen zijn afgeschakeld en zo nodig schoongemaakt. Vervolgens is de centrale buiten bedrijf gesteld. De uit bedrijf genomen systemen zijn geconserveerd en vergrendeld. Er zijn bouwkundige aanpassingen getroffen en nieuwe systemen aangelegd. Per 1 juli 2005 is een wachtperiode van 40 jaar ingegaan. Na deze wachtperiode zal de centrale worden ontmanteld. Bij de kerncentrale Dodewaard hebben zich in 2019, 2018, 2017, 2015, 2014 en 2013 geen meldingsplichtige ongewone gebeurtenissen voorgedaan.
Een deel van de dakbedekking van een bijgebouw op het terrein van de gesloten kerncentrale Dodewaard is er door de storm afgewaaid. Er zijn geen gewonden gevallen. Dit heeft de beheerder van de voormalige centrale, GKN, op 18 februari 2022 gemeld aan de ANVS.
De kerncentrale is sinds 1997 uit bedrijf en er zijn geen splijtstofstaven meer aanwezig. De stormschade heeft geen verdere gevolgen voor de veiligheid van het gebouw of de omgeving.
Omdat deze gebeurtenis niet meldplichtig is, komt de gebeurtenis niet in de jaarlijkse rapportage over ongewone gebeurtenissen.
De ANVS ontving op 21 mei een melding van een brand in de isolatieplaten op de buitenwand van het reactorgebouw van de stilgelegde kerncentrale Dodewaard. De kerncentrale is sinds 1997 uit bedrijf en er zijn geen splijtstofstaven meer aanwezig. De nucleaire veiligheid en stralingsbescherming zijn niet in het geding geweest.
De brandweer heeft de brand geblust en metingen verricht. De brandweer heeft bevestigd dat er geen brand binnen het gebouw was. De brand heeft ook geen schade binnen het gebouw veroorzaakt.
Na de afhandeling van de brand hebben de eigenaar van de kerncentrale GKN en de brandweer de schade, veroorzaakt door de bluswerkzaamheden, opgenomen. Door het gebouw op onderdruk te brengen heeft GKN gecontroleerd of er geen lekkages waren. Dit kon GKN bevestigen door een controleronde na een regenbui in de dagen daarna. Door de bluswerkzaamheden is wel water in het gebouw terecht gekomen. De waterschade kon voor een deel worden opgelost door het gebouw te ventileren. Enkele (voornamelijk elektronische) onderdelen moesten worden vervangen of gerepareerd. Dit gebeurde in de dagen na het incident. Na de brand draaide de ventilatie tijdelijk zonder het ventilatiemonitoringssysteem. GKN heeft de ANVS hiervan op de hoogte gesteld. De ventilatielucht is op een andere manier gemonitord. Daarbij door GKN zijn geen bijzonderheden geconstateerd.
GKN heeft onderzoek gedaan naar de gebeurtenis en neemt maatregelen om deze in de toekomst te voorkomen. Hoewel de brand goed zichtbaar was, had de brand geen consequenties voor de nucleaire en radiologische veiligheid. Op basis van de door GKN geleverde informatie heeft de ANVS deze gebeurtenis definitief ingeschaald als INES-niveau 0, een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties.
Op 30 mei 2016 meldt GKN, de beheerder van kerncentrale Dodewaard, dat een onderdeel van het monitoringsysteem van tritium in de ventilatielucht van de centrale defect was. In afwachting van reparatie is de ventilatie daarop uit bedrijf genomen, zodat geen ongemonitorde ventilatielucht wordt geloosd. De dag daarop meldde GKN dat het monitoringsysteem weer operationeel was en de ventilatie weer in bedrijf is genomen.
Alle splijtstof van de kerncentrale Dodewaard is afgevoerd. Als gevolg van de vroegere bedrijfsvoering zijn er nog wel radioactieve stoffen in de installatie aanwezig. Om die reden wordt de ventilatielucht gecontroleerd op de aanwezigheid van radioactieve stoffen, waaronder tritium. Het defect aan het monitoringsysteem is bij de wekelijkse controle van het systeem ontdekt. De overige monitoringsystemen op radioactieve stoffen hebben normaal gefunctioneerd. Het defect is ruim binnen de daarvoor geldende termijn van 30 dagen verholpen.
De ANVS heeft deze gebeurtenis, ingeschaald als INES-niveau 0: een kleine afwijking, omdat het defect tijdig is ontdekt, de vereiste maatregelen tijdig zijn genomen en de aanwezigheid van tritium in de ventilatielucht überhaupt zeer beperkt is.