Vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen

Vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen

Het internationale atoomenergieagentschap (IAEA) publiceert regels voor het veilig vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen. Deze regels vormen de basis voor de internationale vervoersregelingen voor specifieke wijzen van transport, zoals over de weg, spoor, zee, binnenwateren en door de lucht. De regels zijn ook in Nederland van toepassing en zijn, met een toelichting hierop, te vinden op de IAEA-website.

Daarnaast publiceert het IAEA aanbevelingen over een aantal specifieke onderwerpen in relatie tot het veilig vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen,  zoals het managementsysteem, de voorbereiding en respons op transportongevallen waarbij radioactieve stoffen zijn betrokken en het stralingsbeschermingsprogramma.

Geldigheid van de vervoersregelingen

De vervoersregelingen gelden voor het vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, via alle soorten vervoer, zoals over de weg, spoor, zee, binnenwateren en door de lucht. Onder transport vallen bijvoorbeeld het ontwerp en de fabricage van verpakkingen, de belading, opslag in verband met vervoer en na afloop van het transport de besmettingscontrole, afladen en ontvangst.

De vervoersregelingen zijn niet van toepassing op:

  • splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, die een integraal onderdeel vormen van het vervoermiddel;
  • splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, die worden vervoerd binnen een faciliteit die een gebruiksvergunning heeft;
  • splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen  die in het menselijk lichaam of in levende dieren aanwezig zijn;
  • radioactieve stoffen, splijtstoffen of ertsen in vrijgestelde hoeveelheden.

Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen

Alle zaken die verband houden met het vervoer van radioactieve stoffen, splijtstoffen en ertsen zijn op grond van de Kernenergiewet geregeld in het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, en daarmee nadrukkelijk buiten de werkingssfeer van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming gehouden. Dit geldt ook voor de opslag in verband met het vervoer, de verpakking en het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen.

Het Bvser verklaart voor het vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, per vrachtwagen, trein of schip de vervoersvoorschriften uit – respectievelijk – de ministeriële regelingen ‘Vervoer over land van gevaarlijke stoffen’ (VLG), ‘Vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen’ (VSG) en ‘Vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen' (VBG), van toepassing. Zie ook het overzicht specifieke (technische) voorschriften per soort vervoer bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).

Voor het vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, per vliegtuig, gelden ingevolge het Bvser de internationale voorschriften van het International Civil Aviation Organization (ICAO). Voor het vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen over zee is de International Maritime Dangerous Goods (IMDG) Code van toepassing.

Eisen aan het vervoer

Op grond van bovengenoemde regelingen moet het vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen, aan verschillende eisen voldoen ten aanzien van onder andere de verpakking, vervoersdocumentatie, vakbekwaamheid, gevaarsetikettering en gevaarsbebording, wijze van beladen, voertuiguitrusting en routering.

Deze verplichtingen richten zich op de partijen die samen de vervoersketen vormen: de afzender, de vervoerder en de ontvanger van de splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen.

Tenslotte moeten bedrijven die splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen vervoeren, laden of lossen, beschikken over een veiligheidsadviseur.  

Monitoring transport

Het vervoer van nucleair materiaal moet zorgvuldig plaatsvinden. Daarom hebben we onder andere afspraken met het Verkeerscentrum Nederland (VCNL, onderdeel van Rijkswaterstaat) over het monitoren van bepaalde nucleaire transporten (zogenoemd categorie III-materiaal). Deze afspraken zijn vastgelegd in het convenant ANVS-VCNL.

Als er een transport met nucleair materiaal plaatsvindt, krijgen wij minstens 48 uur van tevoren een melding van de vergunninghouder. In die melding staan gegevens over het vervoer. Bijvoorbeeld waar en hoe het vervoer gaat plaatsvinden. Bij vervoer van categorie III-materiaal staat er ook wat de voorgenomen route van het vervoer is. Ook het VCNL krijgt deze melding.

Deze meldingen en de inhoud ervan delen we niet, vanwege beveiligingseisen. Zo kan het vervoer zich veilig en ongestoord door Nederland bewegen. Deze veiligheid is bij het vervoer van nucleair materiaal van groot belang.

Wanneer kennisgeven en wanneer vergunning aanvragen?

In de tabel Vervoer radioactieve stoffen wordt aangegeven wanneer voor een transport van radioactieve stoffen of splijtstoffen een vergunning moet worden aangevraagd of een kennisgeving moet worden gedaan.

Het vervoer, invoer, uitvoer en doorvoer van hoogactieve bronnen is sinds 6 februari 2018 vergunningplichtig (was voorheen meldingsplichtig).

De criteria voor het doen van een jaarkennisgeving zijn aangescherpt. Jaarkennisgevingen kunnen alleen nog worden gedaan, indien de kennisgever kan aantonen dat hij gelet op de aard van de te vervoeren stoffen, de specifieke toepassing van de te vervoeren stoffen of de bedrijfsvoering redelijkerwijs alleen een kennisgeving in de vorm van een verzamelkennisgeving kan doen.

Radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen

Voor het invoeren, uitvoeren en doorvoeren van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen gelden aanvullende regels, beschreven in het Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen. Ook het vervoer van radioactieve afvalstoffen die natuurlijke bronnen (NORM) bevatten vallen onder dit besluit.

Exportcontrole strategische goederen

Soms kan nucleair materiaal worden aangemerkt als ‘dual-use’. Dual-use goederen kunnen zowel een civiele als een militaire toepassing krijgen. Bedrijven die deze 'strategische goederen' doorvoeren of exporteren, moeten voldoen aan strenge voorwaarden. Zij hebben een meldplicht of moeten een vergunning aanvragen. De meeste regels voor het Nederlandse exportcontrolebeleid zijn internationaal afgestemd. Voor verdere informatie kunt u terecht bij de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer (CDIU).

Transporten van en naar Rusland

Hoewel er oorlog in Oekraïne is, wordt er nucleair materiaal van en naar Rusland vervoerd. Bijvoorbeeld om brandstof te maken voor kerncentrales over de hele wereld. Zulk vervoer komt regelmatig door Nederland, omdat Nederland een belangrijk doorvoerland is. Bijvoorbeeld door de haven in Rotterdam.

Op dit moment gelden er geen (inter)nationale sancties op dit soort vervoer. Wel is er een verbod op vervoer dat door Russische wegvervoerders wordt uitgevoerd. Ook mogen schepen die varen onder de Russische vlag zonder ontheffing niet aanmeren in de havens van de Europese Unie (EU). Tot slot mogen vliegtuigen van Russische luchtvaartmaatschappijen niet landen op luchthavens van de EU.

De ANVS maakt deze regels niet: wij letten er alleen op dat vervoer van nucleair materiaal in Nederland veilig plaatsvindt en of een vervoerder zich houdt aan de internationale maatregelen.

Radioactieve vrije goederen/voedsel

Voor de export van bepaalde goederen en voedsel naar landen buiten de EU, wordt door een aantal van deze landen een certificaat vereist, waarin wordt verklaard dat de goederen op radioactiviteit zijn gecontroleerd. Het afgeven van dergelijke certificaten valt niet onder de verantwoordelijkheid van de ANVS. Dit valt onder de verantwoordelijkheid van de Rijksdienst Ondernemend Nederland (RVO).