Aanvragen van een vergunning voor vervoer
In het Bvser is de invoer en uitvoer en het vervoer van splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen geregeld en wordt aangegeven wanneer transporten vergunningplichtig zijn.
Hoe dien ik een vervoersvergunning in?
Een aanvraag van een vervoersvergunning kan digitaal ingediend worden in het ANVS-loket:
- Ga naar het ANVS-loket. Lees meer over het ANVS-loket en eHerkenning bij vraag en antwoord;
- Log in met eHerkenning;
- Vul het digitale formulier voor een vergunningaanvraag voor transport volledig in en verzend het;
- U ontvangt een ontvangstbevestiging per e-mail van de ANVS.
U kunt de volgende vergunningen via het loket aanvragen:
- Invoer en uitvoer van geneesmiddelen en gebruiksartikelen.
- Vervoer hoogactieve bronnen.
- Vervoer splijtstoffen in beveiligingscategorie I, II, III.
Let op: u kunt deze alleen aanvragen als u over een door ANVS goedgekeurd beveiligingsplan beschikt. Over deze aanvraag is leges verschuldigd. - Vervoer overige splijtstoffen.
- Vervoer op grond van een speciale regeling.
Let op: overleg met ANVS vóór u de aanvraag indient. - Een wijziging op bovenstaande vergunningen. Het verlengen van de geldigheidstermijn van een vergunning is niet mogelijk: u dient een geheel nieuwe aanvraag in voor een nieuwe periode.
Geneesmiddelen en consumentenproducten
Voor het aanvragen van een vergunning voor het invoeren en uitvoeren van geneesmiddelen en consumentenproducten waaraan bij de productie en fabricage opzettelijk radioactieve stoffen zijn toegevoegd, gebruikt u het aanvraagformulier transportvergunning invoer en uitvoer geneesmiddelen en consumentenproducten.
De vergunningplicht voor het binnen en/ of buiten Nederlands grondgebied (doen) brengen van consumentenproducten geldt niet:
- Indien de totale activiteit en/of de activiteitsconcentratie van de radionucliden in de betrokken radioactieve stof in de zending lager is dan de vrijstellingsgrenswaarden zoals vermeld in tabel 2.2.7.7.2.1 van bijlage 1 bij de Regeling vervoer van gevaarlijke stoffen over land.
- Indien het binnen of buiten Nederlands grondgebied betreft van goedgekeurde consumentenproducten, waarbij het aantal stuks per zending lager is dan het maximaal aantal dat is vermeld in bijlage 2 van de ANVS-verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming 2018 en het de levering betreft na verkoop aan de eindgebruiker. Uitsluitend in dat geval is het invoeren en uitvoeren vrijgesteld van de eisen uit het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen (Bvser) conform artikel 1a, onderdeel d, van het Bvser in samenhang met bijlage 2 van de ANVS-verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming 2018. In dit geval is het vervoer tevens vrijgesteld van de Regeling vervoer van gevaarlijke stoffen over land, conform 1.7.1.4 (e) van bijlage 1 van deze regeling.
Let op: het vervoer moet wel conform de Regeling vervoer van gevaarlijke stoffen over land plaatsvinden, indien de activiteit en de activiteitsconcentratie van de radionucliden in de betrokken radioactieve stof hoger is dan de vrijstellingsgrenswaarden zoals vermeld in tabel 2.2.7.2.2.1 van bijlage 1 bij de Regeling vervoer van gevaarlijke stoffen over land.
Vervoer van hoogactieve bronnen (HASS)
Voor het aanvragen van een vergunning voor het invoeren, uitvoeren en vervoeren en doorvoeren van HASS bronnen gebruikt u het aanvraagformulier 'transportvergunning hoogactieve bronnen'.
Vervoer van splijtstoffen
Voor het aanvragen van een vergunning voor vervoer van nucleair materiaal dat beveiligd moet worden volgens de Regeling beveiliging nucleaire inrichtingen en splijtstoffen, gebruikt u het aanvraagformulier 'transportvergunning splijtstoffen beveiligingscategorie I, II, III'. Voor het invoeren, vervoeren en uitvoeren van overige splijtstoffen of ertsen, dan gebruikt u het aanvraagformulier 'transportvergunning overige splijtstoffen'.
Vervoer op grond van een speciale regeling
Als het vervoer betrekking heeft op een zending die niet aan alle voorschriften van de Regeling vervoer van gevaarlijke stoffen over land (VLG) voldoet, moet de aanvraag voor een vervoersvergunning, gelet op randnummer 1.7.4.1. van bijlage 1 van de VLG gelezen in samenhang met randnummer 6.4.23.3 van bijlage 1 van de VLG, alle gegevens bevatten die nodig zijn om het bevoegde gezag ervan te overtuigen dat het algemene veiligheidsniveau van het vervoer ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat bereikt wordt wanneer aan de relevante bepalingen van de VLG is voldaan. De aanvraag moet daarnaast omvatten:
- Een verklaring van de mate waarin en de redenen waarom de verzending niet in algehele overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de VLG kan plaatsvinden.
- Een vermelding van bijzondere voorzorgsmaatregelen of bijzondere voorgeschreven administratieve of nadere handelingen, die tijdens het vervoer moeten worden uitgevoerd teneinde het niet voldoen aan de desbetreffende bepalingen van de VLG te ondervangen.
Voor het aanvragen van een vergunning voor vervoer op grond van een speciale regeling gebruikt u het aanvraagformulier 'transportvergunning vervoer op grond van een speciale regeling'.
EG-document verordening 1493/93
Voor het invoeren of uitvoeren van ingekapselde bronnen naar of van een EU-lidstaat heeft u nodig:
- een vergunning of kennisgeving voor het vervoer;
- een geldig EG-document.
Dit EG-document moet de overheidsinstantie van het invoerende land waarmerken. In Nederland is dit de ANVS. Het EG-document moet de verzender van de ingekapselde bronnen in bezit hebben alvorens de bronnen uit of in te voeren. Met dit document kunt u aantonen dat de ontvanger gerechtigd is de radioactieve stoffen te ontvangen. Voor de aanvraag van het waarmerken gebruikt u het standaarddocument 'overbrenging van ingekapselde bronnen tussen lidstaten van de Europese Gemeenschap',
Overbrengingsvergunningen
Overbrengingsvergunningen voor radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen worden verleend op grond van het Besluit in-, uit- en doorvoer van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstof (BIUDRABS). Het BIUDRABS strekt tot uitvoering van de Europese Richtlijn 2006/117, waarin een communautair stelsel is vastgesteld voor toezicht en controle op grensoverschrijdende overbrengingen van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen. Grensoverschrijdende overbrengingen van radioactieve afvalstoffen en bestraalde splijtstoffen mogen niet gebeuren zonder dat het ontvangende land hiervoor expliciet toestemming geeft. Op grond van het BIUDRABS is men verplicht om het overbrengingsdocument te gebruiken bij het indienen van een aanvraag tot goedkeuring. Het overbrengingsdocument kunt u opvragen via postbus.transportinfo@anvs.nl.
Let op: de overbrengingsvergunning staat los van de vergunningplicht of kennisgevingsplicht op grond van het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen. Ook valt, als gevolg van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming, de overbrenging van afvalstoffen die natuurlijke radionucliden bevatten (NORM) sinds 6 februari 2018 ook onder het BIUDRABS.
Certificering en validatie van certificaten van vervoersverpakkingen
Voor het vervoeren van radioactieve stoffen, splijtstoffen en ertsen zijn verschillende vervoersverpakkingen mogelijk. Het vervoer van radioactieve stoffen, splijtstoffen en ertsen over de weg valt binnen Europa onder het ADR (Accord européen relatif au transport international de marchandises Dangereuses par Route) of RID (Regulations concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Rail) voor vervoer per spoor. Afhankelijk van het type verpakking is een goedkeuring van het model door het bevoegd gezag vereist. Hiervoor wordt een certificaat afgegeven door het bevoegd gezag van het land van oorsprong van de verpakking. In sommige gevallen moet het certificaat van goedkeuring van het model worden gevalideerd door de landen waardoor het vervoer plaatsvindt.
Type verpakkingen
Type A-verpakkingen zijn verpakkingen die aan bepaalde beproevingseisen moeten voldoen, maar waarin geen radioactieve stoffen zitten die zeer risicovol zijn voor mens en omgeving. U kunt hierin radioactieve stoffen vervoeren zonder dat goedkeuring door het bevoegd gezag noodzakelijk is.
Voor B (U) of type B(M) verpakkingen geldt dat ieder land op de route het certificaat moet valideren. Voor type B(U) verpakkingen die zijn gecertificeerd door de bevoegde overheid in een land dat geen partij is van het ADR/RID, geldt dat het certificaat eerst gevalideerd moet worden door de bevoegde overheid van één van de ADR/RID-landen. Pas daarna kan de verpakking voor het vervoer van radioactieve stoffen, splijtstoffen of ertsen door de ADR/RID-landen worden gebruikt.
Wanneer Nederland het eerste land is, kunt u certificaten en validaties voor modellen van verpakkingen aanvragen bij de ANVS. Dit doet u door een e-mail of brief te sturen waarin u verzoekt de verpakking te certificeren/valideren. Bij een verzoek om validatie voegt u een kopie van het geldige certificaat van de verpakking en een kopie van het onderliggende veiligheidsdossier toe. Voor certificaten voor stoffen in speciale toestand of certificaten van B(U) verpakkingen uit een ADR-land zijn geen Nederlandse validaties nodig.
Voor meer informatie over het certificeren van vervoersverpakkingen kunt u mail sturen naar de ANVS . Bij het samenstellen van een veiligheidsdossier behorend bij een aanvraag, adviseren wij u gebruik te maken van de Package Design Safety Report Guide van de European Association of Competent Authorities.
Procedure aanvraag vergunning en termijnen
De eisen die aan een aanvraag om een vergunning worden gesteld, zijn vermeld in de artikelen 3 en 24 van het Bvser. Naast de namen en adressen van de aanvrager, de afzender en de ontvanger, moet onder meer worden opgegeven: het traject waarlangs het vervoer zal plaatsvinden, een omschrijving van het vervoermiddel, de transportperiode, de aard en de eigenschappen van de te vervoeren stoffen, het type verpakking, de maatregelen die zijn getroffen om een veilig verloop van het vervoer te bewerkstelligen en indien van toepassing de plaats(en) waar het materiaal binnen dan wel buiten Nederlands grondgebied zullen worden gebracht.
Voorts zijn de artikelen 16, 17, 17a van de Kernenergiewet van belang. Deze artikelen bevatten regels voor het voorbereiden van het besluit op de aanvraag. Uit artikel 17, tweede lid, volgt dat op de procedure voor de verkrijging van de aangevraagde vergunning Hoofdstuk 4, titel 4.1, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van toepassing is. Dit betekent dat bij de totstandkoming van het besluit niet de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb is gevolgd en dat de verleende vergunning open staat voor bezwaar. Tegen de beslissing op bezwaar kan op grond van artikel 20a, van de Wet milieubeheer bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State beroep worden ingesteld.
De termijn waarbinnen de ANVS een besluit op de aanvraag moet nemen, bedraagt 8 weken. Op het moment dat de ANVS nadere informatie opvraagt, staat de behandeling van de aanvraag stil. De termijn van 8 weken gaat dan pas weer lopen als de nadere informatie is ontvangen.
Op grond van artikel 20.3, eerste lid, van de Wet milieubeheer treedt het besluit in werking met ingang van de dag na de dag waarop de termijn (6 weken) voor het indienen van een bezwaarschrift afloopt. Als gedurende deze termijn bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een verzoek om voorlopige voorziening is gedaan, treedt dit besluit niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.
In uitzonderlijke gevallen en wanneer de aanvrager de noodzaak kan aantonen, kan de ANVS besluiten de vergunning terstond van kracht te verklaren (artikel 20.5 van de Wet milieubeheer).
Voor het aanvragen van een vergunning moet, gelet op bovenstaande, dus minimaal 14 weken in acht worden genomen.
Leges
Voor het afgeven van vergunningen voor het vervoer van nucleair materiaal is een lege verschuldigd (zie artikel 2 van het Vergoedingenbesluit Kernenergiewet).