Nationale programma radioactief afval

Nationale programma radioactief afval

Alle EU-lidstaten zijn verplicht een nationaal programma te maken voor het beheer van radioactief afval en verbruikte splijtstoffen (kortweg: nationale programma radioactief afval); nu en in de toekomst.

Procedure

Het ontwerp nationale programma radioactief afval lag van 30 september tot en met 10 november 2015 ter inzage om burgers en organisaties de mogelijkheid te geven in te spreken. Er zijn 497 inspraakreacties ontvangen, waarvan 47 uniek. De ingediende zienswijzen en het toetsingsadvies van de Commissie voor de milieueffectrapportage hebben ertoe geleid dat het ontwerp nationale programma radioactief afval op verschillende plaatsen is aangepast.

Het aangepaste ontwerp nationale programma radioactief afval is op woensdag 10 februari 2016 aan het Parlement aangeboden. Naar aanleiding van vragen uit de Tweede Kamer zijn diverse passages in het programma verduidelijkt. Onder andere de passages over de klankbordgroep, zeer laag radioactief afval, im- en export van radioactief afval, terugneembaarheid en financiering. Het beleid is hier niet door gewijzigd. Na deze tekstuele aanpassingen is het nationale programma radioactief afval door de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) vastgesteld en op 24 juni 2016 aan het Parlement en de Europese Commissie aangeboden.

Net als bij andere Lidstaten, heeft de Europese Commissie vragen gesteld over het nationale programma radioactief afval. De antwoorden op deze vragen zijn eind juni 2017 ter informatie naar de Tweede Kamer gestuurd.

Elke tien jaar wordt het nationale programma radioactief afval geactualiseerd.

Ondersteunende studies

Ter ondersteuning van het nationale programma radioactief afval zijn verschillende ondersteunende studies uitgevoerd (zie onder 'Zie ook' aan de rechterzijde). De Commissie voor de milieueffectrapportage heeft geadviseerd over de reikwijdte en het detailniveau en is gevraagd het ontwerp nationale programma radioactief afval te toetsen aan dit eerdere advies.

Rapportage over richtlijn 2011/70/Euratom

Naast het nationale programma radioactief afval dienen EU-lidstaten elke drie jaar te rapporteren over de voortgang van de uitvoering hiervan. De eerste rapportage is op 17 mei 2016 aan de Tweede Kamer aangeboden.

Achtergrond beheer radioactief afval

Radioactief afval en verbruikte splijtstoffen (hierna: radioactief afval) ontstaan bij verschillende toepassingen, zoals bij de ontwikkeling en het gebruik van medische isotopen alsmede bij verschillende onderzoekstoepassingen, werkzaamheden in de gas- en olie-industrie en de opwekking van elektriciteit in een kerncentrale. In Nederland wordt radioactief afval voor ten minste 100 jaar opgeslagen bij de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) in Nieuwdorp, Zeeland. Rond 2130 is geologische eindberging voorzien.